Stagiaires CHE: ‘In Nepal is alles anders’

Wat het grootste verschil is tussen ziekenhuizen in Nepal en Nederland vinden Diana Griffioen (21) en Lotte Verhoeve (20) moeilijk te omschrijven. Ze kijken elkaar lang aan en zeggen tegelijkertijd: ‘Alles’. De vierdejaars studenten aan de CHE in Ede liepen vier maanden stage in het Anandaban Ziekenhuis in Nepal waar ze leprapatiënten verpleegden.

‘De eerste paar dagen vond ik het moeilijkst. Er komen verschrikkelijke gevallen langs,’ zegt Diana. Bij lepra raken mensen hun gevoel in handen en voeten kwijt. Daardoor hebben mensen niet in de gaten dat ze zweren of ontstekingen oplopen. Vaak leven ze ermee verder. Totdat het niet meer kan, en ze bij het Anandaban lepraziekenhuis in Tikabhairab (Nepal) terechtkomen.

Verrot bot

Toch raakten beide stagiaires aan het verzorgen van de wonden gewend. ‘Je moet wel, anders kun je dit werk niet doen,’ aldus Diana. Patiënten voelen niks, dus dat maakt het weghalen van ontstoken huid en verrot bot iets makkelijker. ‘Je ziet wonden na een aantal dagen opknappen, en dat doet ook goed.’

Het Anandaban Ziekenhuis vlakbij Kathmandu staat goed bekend in de omgeving en is gespecialiseerd in lepra. Mensen leggen grote afstanden af om naar dit ziekenhuis in Nepal te komen. ‘Er kwamen zelfs mensen uit buurland India.’ Mensen komen te voet, met de bus uit Kathmandu of met de auto. ‘Een taxi zul je gewone Nepalezen niet zo vaak zien nemen.’

De ledikanten van het Anandaban Ziekenhuis zijn al jaren oud, en ook de matrassen laten soms te wensen over. Toch waren de stagiaires van de CHE te spreken over het ziekenhuis. ‘Ze werken steriel en vakkundig.’ Tijdens hun verblijf kregen ze ook de kans de binnenkant van een overheidsziekenhuis in Nepal te zien. ‘Dat is schrikken. Alles is daar krakkemikkig, vies, koud, donker en het stinkt er. Daar is het Anandaban Ziekenhuis een 5-sterrenhotel bij.’

Buurthuis

Het viel de stagiaires op dat het gespecialiseerde lepraziekenhuis in Tikabairab bestond uit allerlei aparte afdelingen die her en der in het gebied waren verspreid. Sommige klinieken lagen een dag rijden van het ziekenhuis vandaan. Medisch personeel rijdt daar eens per maand naar toe om zo veel mogelijk mensen te bereiken.

Zo’n kliniek wordt voor een dag ingericht als medisch centrum, en kan ook als buurthuis gebruikt worden. Na een dag werk worden de apparatuur en medicijnen weer in het busje geladen en rijdt het medisch personeel weer naar huis. De klinieken die de stagiaires hebben bezocht lagen in Butwal en Patan. Ook bezochten ze de Chandrapur Kliniek vlakbij de grens met India.  

Kuitspieren

Tot verdriet van de twee CHE-studentes bevond de lepra-afdeling van het Anandaban Ziekenhuis in Tikabhairab zich helemaal bovenaan de berg. ‘We hebben die vier maanden onze kuitspieren flink getraind.’ Bovenaan de berg is een aparte afdeling voor mannen, vrouwen en reactiepatiënten. De laatste zijn mensen die reacties als huiduitslag en bulten krijgen. Die worden veroorzaakt door de ziekte lepra of door de medicijnen.

 

Uitzicht over het ziekenhuisterrein vanaf de afdeling met leprapatiënten

De Nederlandse verpleegkundigen in spé hoefden niet te helpen bij het aankleden en wassen van de patiënten. ‘De familie doet ontzettend veel. Als er bloed afgenomen werd, nam zelfs een familielid het mee om het naar een andere afdeling te brengen.’ Voor het personeel ligt de nadruk op het verzorgen van wonden, medicijnen uitdelen of het assisteren bij kleine operaties.

Pensioen

Veel leprapatiënten worden door hun familie in de steek gelaten. Dit heeft meer voeten in de aarde dan in Nederland. In Nepal is familie je sociale zekerheid, je pensioen en je vangnet als je geld te kort komt. Families wonen bij elkaar en zorgen voor elkaar.

Voor sommige leprapatiënten in het ziekenhuis was geen familielid die zich om hem of haar bekommerde. ‘Dan zou je zo iemand wel willen wassen en helpen met aankleden,’ zegt Diana. Soms lukte dat. ‘Toch moet je er voorzichtig mee zijn. Het wordt bijvoorbeeld niet gewaardeerd als je als vrouw een man gaat wassen en aankleden.’

Vaderrol

Diana en Lotte zagen dat leprapatiënten ook elkaar gingen helpen. Er was een volwassen man die de vaderrol van een jonge leprapatiënt op zich nam. Leprapatiënten hielpen elkaar met scheren. Of ze zagen dat een patiënt andermans eten meenam, omdat die persoon niet in staat was om te lopen.

 

Vrouwenafdeling met leprapatiënten

Het viel de studentes op dat Nepalezen niet vaaklachen op foto’s. Toch vinden ze het heel leuk als er een foto van hen wordt genomen. ‘Zodra ze je mobiel zien, vragen ze of je een foto van hen maakt.’ Ze hadden er schik in om een foto te maken op een onverwacht moment waarop een Nepalees wel aan het lachen was. ‘Dan lieten we die foto zien, en zeiden: “Dat ziet er toch veel beter uit.” ’

Afgezien van de kiekjes lachen Nepalezen volgens de stagiaires altijd. Niemand klaagt. Mensen zijn begaan met je, en bieden je altijd eten aan. Dat terwijl de meesten het arm hebben. Als de meiden haast maakten, werd altijd gezegd: ‘Doe maar rustig aan. Maak je niet te druk’. Lotte: ‘Ik vond dat wel even wennen toen ik weer in Nederland kwam. Hier klaagt iedereen over de kleinste dingen.’

Rust

Diana en Lotte zijn beiden geraakt door de cultuur in Nepal. ‘Er heerst geen prestatiedrang. De druk is er veel minder, je komt er echt tot rust.’ Ze vonden dat in het Ananbadan Ziekenhuis een sfeer van liefde en respect heerste. Ook dat maakte indruk. Leprapatiënten worden normaalgesproken genegeerd. ‘Die sfeer zal ik niet snel vergeten.’

In het ziekenhuis speelt het Christendom een grote rol. Dagelijks is er een dagopening. Wekelijks komt een bijbelgroepje van personeel bij elkaar. Op dinsdagavond werd een samenzijn met leprapatiënten gehouden. Beide dames gingen daar vaak naar toe. ‘Er werd uit de Bijbel gelezen, en gezongen. Mensen bewegen en klappen. Het raakte me dat ook de mensen met handicaps zo vrolijk meebewogen, klapten en zongen.’ Het was geen uitzondering dat patiënten besloten christen te worden.

Wat Lotte meeneemt uit Nepal is tevreden te zijn met wat je hebt. Diana’s geloof is in Nepal veranderd. ‘Ik heb veel geleerd van de christenen die daar werkten in het ziekenhuis.’ Een arts die zijn beslissingen liet afhangen van God, is haar specifiek bij gebleven. ‘Ondanks zijn zware baan, bleef hij daar toch werken omdat God dit van hem vroeg. Dat vond ik erg bewonderenswaardig.’