Shianti en Abdul Rahman

Ik schrijf dit verhaal op mijn terugreis vanuit Bangladesh, en zet mijn indrukken op papier van een aantal ontmoetingen die ik heb gehad. waar ik veel mensen heb ontmoet. Ontmoetingen met inspirerende mensen: bevlogen, enthousiaste, hardwerkende collega’s, en leprapatiënten, vaak getekend, door de ziekte, en door het leven.
Ik ontmoet hen op het Leprazending kantoor in Dhaka: Abdul Rahman, en zijn tienerdochter Shianti. Ze vertellen mij het verhaal van hun leven, een verhaal vol ziekte, uitsluiting, tegenslagen en lepra. Als arme jongeman huurde Abdul op zijn 18e een riksja (fietstaxi) en verdient hij zijn inkomen met fietsen. Een jaar daarvoor had hij al vreemde plekken op zijn handen ontdekt.  De lokale dokter heeft geen flauw idee was er aan de hand is en de medicijnen die Abdul krijgt werken dan ook niet. In de loop der jaren daarna raakt Abdul zijn gevoel en zijn kracht steeds meer kwijt. Zijn handen beginnen krom te trekken en hij heeft regelmatig akelige zweren op zijn handen en voeten. Pas in 1988 wordt vastgesteld dat hij lepra heeft. Hij heeft dan al 15 jaar lepra! In het lepraziekenhuis krijgt hij de juiste medicijnen, die de lepra stoppen.
Ondertussen werkt hij wel door als riksjarijder. Het is een zwaar beroep en zijn handen en voeten lijden er onder. In 2009 wordt hij opnieuw opgenomen, nu voor een aantal hersteloperaties. Tijdens zijn ziekenhuisopname verlaat zijn vrouw hem voor een andere man. Ze neemt de jongste 2 van hun 4 kinderen mee, inclusief Shanti. De kinderen kunnen hierdoor ook niet meer naar school. Het vertrek van zijn vrouw en twee van zijn kinderen is een groot verdriet voor Abdul. Ook doet het hem dagelijks veel pijn dat veel de mensen niets meer met hem te maken willen hebben.
Het verhaal stokt verschillende keren doordat Abdul en Shianti huilen en even niet verder kunnen praten, wat ook onze ervaren projectmedewerkster Lovely die vertaalde, aangrijpt. Ik kan het alleen in vertaling volgen en voel me ongemakkelijk en  aangedaan. Maar het verhaal gaat nog verder. Ondertussen is ook duidelijk geworden dat ook één van zijn kinderen, Shianti, lepra heeft. Ook haar handen werden  zwakker en begonnen krom te trekken. Ze is drie jaar geleden met hulp van een donateur in Nederland weer naar school gegaan. Ze vertelt dat ze het fijn vindt om te leren en dat ze goed vooruit gaat. Als ik haar vraag of ze vriendinnen heeft en begint ze spontaan weer te huilen. Ze wordt op school niet goed geaccepteerd, gepest en buitengesloten omdat ze lepra heeft gehad.

Door de hulp van donateurs in Nederland is er perspectief en hoop. Abdul kan door een fietstaxi die hij verhuurt weer voor zichzelf zorgen en Shanti gaat weer naar school. Maar het leven is nog moeilijk en kwetsbaar, want beiden ervaren bijna dagelijks nog de afwijzing en de pijn die met lepra gepaard gaat. Maar ook een verhaal van wanhoop, maar ook van hoop en dankbaarheid. Ik kon hen niet verstaan, maar hun verhaal maakte veel emoties los, bij henzelf, bij de tolk en bij mij. Het is nog geen succesverhaal en er is geen volledig herstel, maar zij hebben moeite gedaan om naar mij toe te reizen, het aan mij te vertellen en hun dankbaarheid voor de hulp te uiten. Ik zal voor hen bidden en zij benadrukten dat voor mij en de donateurs in Nederland te doen.

Ik kan hun dankbaarheid niet op dezelfde intense manier aan u overbrengen, maar wil dat toch op mijn eigen manier doen: dank u wel voor uw steun, uw giften  giften en uw gebed. Namens Abdul, Shianti en de vele duizenden anderen, die dank zij uw steun een uitzichtloos leven achter zich konden laten en met nieuwe hoop naar de toekomst kijken.

Dhnybaad (dank u wel)

Henno Couprie
directeur Leprazending Nederland