Lepra-gen ontdekt bij middeleeuwse lepraslachtoffers

Dat er erfelijke factoren zijn die sommige mensen meer ontvankelijk maken voor de leprabacterie dan anderen werd al lange tijd vermoed.  Duitse wetenschappers ontdekten onlangs dat mensen die in de Middeleeuwen overleden aan lepra blijken vaak een genetische gevoeligheid voor de ziekte te hebben die nu nog steeds voorkomt. Zij onderzochten het DNA van 69 mensen die tussen de twaalfde en veertiende eeuw werden begraven op een Deens leprakerkhof. In de resten van deze mensen is ook DNA van de veroorzaker van lepra aangetoond, wat erop wijst dat ze ook daadwerkelijk aan deze ziekte zijn overleden.

In vergelijking met tijdgenoten die niet aan lepra zijn overleden, hadden de mensen op het leprakerkhof vaker een genetische variant met de naam DRB1*15:01. Die variant is bekend als een risicofactor voor lepra in landen waar die ziekte nog steeds een probleem is, maar ook onder Europeanen komt deze gevoeligheid nog steeds voor. Volgens de onderzoekers lijkt het erop dat de gevoeligheid voor lepra ook meespeelt bij gevoeligheid voor verschillende ontstekingsziekten, zoals darmontsteking of multiple sclerose. De ‘lepra-genen’ lijken juist te beschermen tegen type-1 diabetes.

Het hebben van dit gen is niet voldoende om lepra te kunnen krijgen: de bacterie krijgt alleen de gelegenheid zich in het lichaam te ontwikkelen als de fysieke weerstand bepekt is door (bijvoorbeeld) eenzijdig of te weinig voedsel en de ziekte is daardoor vooral ook armoede gerelateerd.

Het onderzoek van de Duitse onderzoekers is 1 mei  gepubliceerd in het tijdschrift Nature Communications.