Henno Couprie praat bedachtzaam, serieus, zonder omhaal van woorden. De directeur van Leprazending is geen man van harde uitspraken. Als het over leprapatiënten en zijn missie gaat, spreekt hij vol passie. Voor hen wil hij zich honderd procent inzetten – en meer als dat nodig is. ,,We zagen het als leiding dat dit werk op ons pad kwam.”
Zijn geboorteplaats is Curaçao, maar aan dat exotisch paradijs heeft hij geen herinneringen. Hij werd er geboren omdat zijn vader daar werkte als marineofficier. Een jaar na zijn geboorte verhuisden ze naar de marinestad Den Helder. Later, toen zijn vader door Defensie werd overgeplaatst naar Den Haag, verhuisde het gezin naar Gouda.
Couprie groeide op in een gereformeerd gezin, waar het geloof een levend onderwerp was. Zowel zijn vader als moeder waren ouderling in de kerk. ,,Dat mijn moeder ouderling was, was best bijzonder voor die tijd.” De kinderen Couprie gingen naar de zondagsschool en naar kinder- en jongerenkampen. ,,Daar heb ik geweldige herinneringen aan. Op mijn negende gaf ik mijn hart aan de Heer”, vertelt hij. ,,En de jeugdkampen waren echt geestelijke hoogtepunten.” Zijn ogen twinkelen.
De puber Couprie kon goed leren, maar had geen idee wat hij met zijn leven wilde. ,,Uit een beroepentest op de middelbare school bleek dat ik een ‘groene piek’ had, zo noemden ze dat”, vertelt hij. ,,Dus ging ik naar de Universiteit in Wageningen en studeerde plantenveredeling.” Zijn stages en eerste baan brachten hem in de Ivoorkust en in Papoea Nieuw Guinea, waar hij gestationeerd werd als landbouwonderzoeker. ,,Ik voelde me meteen thuis in het buitenland. In Papoea Nieuw Guinea woonde ik alleen, in een huisje buiten de stad. Ik vond dat een mooi leven. Veel minder jachtig dan in Nederland, minder structuur, dichter bij de natuur. Bovendien werkte ik aan iets wat écht zin had. Het was bevredigend om heel concreet bezig te zijn met de grote voedselproblemen in de wereld.”
Na bijna drie jaar daar gewoond en gewerkt te hebben, koos hij voor terugkeer naar Nederland. ,,Ik wilde voorkomen dat ik helemaal zou losweken van de Nederlandse samenleving. Ik vond het belangrijk een basis te hebben in Nederland.” Hij ging aan de slag bij VSO, een internationale ontwikkelingsorganisatie die door duurzame kennisuitwisseling werkt aan een rechtvaardiger wereld zonder armoede.
In Nederland ontmoette hij Joyce, met wie hij in 1997 trouwde. Samen kozen ze ervoor om via CAMA-Services naar het buitenland uitgezonden te worden. Het werd Irian Jaya (Indonesië), waar ze bijna drie jaar een lokale kerk gingen ondersteunen in het opzetten van ontwikkelingswerk. Vanwege ziekte moesten ze vroegtijdig terug naar Nederland en brak opnieuw een periode aan van bezinning: wat zou de volgende stap zijn in zijn leven? Op dat moment zocht Leprazending een nieuwe directeur, die verstand had van zowel zending, ontwikkelingssamenwerking als fondsenwerving. ,,We hebben het heel erg als leiding gezien dat dit werk op ons pad kwam”, vertelt Couprie. “Ik had ervaring opgedaan met alle facetten die ze vroegen, en kon dat nu inzetten voor de Leprazending.” Tijdens zijn eerste veldreizen werd hij geconfronteerd met de gevolgen van lepra voor patiënten.
Werd hij geraakt door wat hij zag? ,,Ik werd wel geraakt, maar niet geschokt. Ik had al veel ellende gezien in voorgaande jaren. Maar ik raakte bewogen en was er meteen van overtuigd dat het heel dankbaar werk is om je in te zetten voor leprapatiënten. Het is prachtig om in navolging van Jezus mensen bij te kunnen staan die uitgestoten zijn. Het is bovendien verrijkend voor jezelf om iets voor een ander te kunnen betekenen. Daarnaast vind ik het mooi om samen te werken met mensen uit andere culturen. Een van de mooie dingen daarvan is dat je ervaart hoe anders je bent, en dat je toch samen christen bent en gelooft in dezelfde God.”
Couprie gelooft in trouw zijn in je werk. ,,Trouw is voor mij een belangrijk woord. Toen we in het buitenland woonden, hebben we perioden van onrust en onveiligheid meegemaakt. Ook toen wilden we trouw zijn. Maar ook nu, in deze moeilijke tijd voor fondsenwervende organisaties, vind ik het belangrijk om trouw te zijn in mijn werk. Trouw zijn is makkelijk op momenten dat de organisatie groeit, dat er succes is, dat je steeds meer werk kunt doen. Nu de inkomsten afnemen, wil ik ook trouw blijven en hard werken voor de leprapatiënten.”
Couprie kan succes en tegenslag goed relativeren. ,,Als het goed gaat, is dat een zegen van God, en zeker niet mijn verdienste. Het is goed om dat te beseffen. Daar zit ook een andere kant aan: als het minder goed gaat, ligt dat ook niet allemaal aan mij. Natuurlijk voel ik me verantwoordelijk en zal ik er alles aan doen om zaken om te buigen. Dat is mijn rol als directeur. Tegelijkertijd: ik ben wie ik ben, en ik doe mijn werk zo trouw mogelijk.”
Wat zijn nu de moeilijkste dingen die hij als directeur tegenkomt? Er valt een kleine stilte aan tafel. Dan vertelt hij over het moeilijke evenwicht tussen ambities – in groei, in kwaliteit, in betrokkenheid – en de hoeveelheid mensen die voor Leprazending werken. ,,We werken allemaal met bevlogen mensen aan hetzelfde doel. Maar het werk houdt nooit op. Met elkaar moeten we ervoor waken dat we niet té bevlogen zijn. We moeten het goede evenwicht behouden.”
Of hij het werken in het veld mist? ,,Als directeur ben ik veel minder in het veld dan vroeger, vertelt hij. Ik mis het niet echt, maar als ik weer een veldreis maak – dat gebeurt ongeveer eens in de twee jaar – vind ik het wel weer prachtig om te zien wat voor geweldig werk er allemaal gebeurt binnen onze projecten door geweldige mensen.”